LET OP
Door verschillende oorzaken kan het voorkomen dat bij de kenmerken de status wel/geen monument niet correct wordt weergegeven.
Wilt u zeker weten of een pand een monument is, check dan https://www.amsterdam.nl/kunst-cultuur/monumenten/
ADMIRAAL DE RUIJTERWEG 181 |
|
Zaaknummer: | 56847 |
Aanvraagnummer: | |
Advies aan: | West |
Bouwaanvraag - - vergroten pand | |
Behandeld: 27-01-2010 door Commissie II A | |
Geen Bezwaar De parcellering van de aanbouw wordt versterkt door het aanbrengen van een verspringing (150mm) in het linker deel van de aanbouw. Tevens wordt het dak van de aanbouw in het middengedeelte niet meer toegankelijk gemaakt. Door het omsluiten van de dakterrassen en het ontbreken van een hekwerk in het middendeel, wordt de volumeopbouw verder geleed. Bovendien wordt het middendeel iets hoger opgetrokken om achterliggende daklichten aan het zicht te onttrekken. Een samenhang met het hoofdgebouw is nagestreefd door het ritme, de materialisering en de detaillering van de terrashekken af te stemmen op de bestaande balkonhekken. De architect acht vergrijsd western red cedar een bescheiden gevelbekleding die harmonieert met de bestaande gevel. Om veroudering tegen te gaan wordt voorgesteld om de houten geveldelen zilvergrijs gebeitst toe te passen. Kozijnen, ramen en deuren worden volledig in hout uitgevoerd. Detaillering is aangeleverd. Met de voorgestelde wijzigingen is tegemoet gekomen aan de bezwaren van de commissie. |
Bouwaanvraag - - vergroten pand | |
Behandeld: 06-01-2010 door Commissie II A | |
Bezwaar De gevelbekleding van zwart gebeitst hout (douglas) is gewijzigd in onbehandeld hout (western red cedar). De verticale houten delen lopen voorbij de dakrand en vormen daarmee het hekwerk voor het balkon. De verticale delen worden bevestigd op de naden van de achterliggende houten delen (scandinavisch gepotdekseld). In verband met een maximaal toegestane uitbreiding van 2,5 meter is de uitbouw onder de balkons van nr. 181 teruggelegd. De indeling van de pui is gewijzigd en loopt nu tot op maaiveld. Ter plaatse van de naastliggende wintertuin komt een grote opening. De verticale geveldelen lopen hiervoor langs. De gehele uitbouw wordt voorzien van een metselwerk borstwering. De twee glazen puien van nr. 183 zijn gewijzigd en onderverdeeld in vier kleinere puien. De puien worden opgebouwd uit houten kozijnen, ingevuld met aluminium draaidelen vanwege inbraakwerendheidseisen. Het deels bekleden van het dak met sedum is komen te vervallen. Ter plaatse van nr. 181 wordt een groot daklicht voorgesteld voor daglichttoetreding tot de wintertuin en het souterrain. De commissie acht de gewijzigde gevelopeningen een verbetering voor het plan. Het aanbrengen aluminium ramen en deuren in houten kozijnen is atypisch voor nieuw te bouwen gevel. De commissie geeft aan dat met volledig houten kozijnen ook de inbraakwerendheidsklasse haalbaar is. Ten aanzien van de doorlopende borstwering geeft de commissie aan dat deze de minimaal aanwezige parcellering van beide panden verder ondermijnd. De parcellering dient in volume danwel in architectonisch vormgeving te worden versterkt. Het grootste pijnpunt van het voorstel acht de commissie de gevelbekleding. Het geheel uitvoeren van de uitbouw in (onbehandeld) western red cedar is niet passend bij de karakteristiek van de achtergevels. Bovendien veroudert en vergrijst deze houtsoort dusdanig snel dat de gevel op onacceptabele wijze inboet aan kwaliteit. Hoewel het geen welstandsaspect betreft heeft de commissie twijfels over de uitvoerbaarheid van het hekwerk volgens de regels van het bouwbesluit. De commissie verwacht dat met eventueel benodigde wijzigingen, die nodig zijn om de vereiste stijfheid van het hekwerk te garanderen, het voorgestelde abstractieniveau en het gewenste grafische beeld niet haalbaar is. De aangeleverde doorsnedes geven een goed beeld van de opbouw van de aanbouw. Detaillering van de belangrijke aansluitingen dienen bij een gewijzigd plan te worden ingediend. |
Bouwaanvraag - - vergroten pand | |
Behandeld: 22-12-2009 door Commissie II A | |
Bezwaar Als beleidskader geldt hier de Welstandsnota Stadsdeel Bos en Lommer 2004, hoofdstuk 2.2 Gordel '20-'40 en de in hoofdstuk 4, Bijlage, opgenomen ordekaarten, volgens welke het pand is ingedeeld in de architectonische orde 3. Orde 3 wil zeggen: karakteristieke bouwwerken met architectonische en/of stedenbouwkundige meerwaarde. Ook voor de achterzijde geldt dat het voorstel moet passen in de karakteristiek van de panden. Het betreft een uitbouw ter plaatse van de achtergevel op de nummers 181 en 183. De gevel wordt afgewerkt met hout in een zwart gebeitste kleur. Er komen grote glazen puien met stalen kozijnen in de kleur wit. De borstweringen zijn van baksteen. Op het dak van de uitbouwen komt deels een sedumdak en deels dakterrassen. Ter plaatse van het sedumdak komt een wit stalen hekwerk. Ter plaatse van de terrassen een hekwerk uitgevoerd in houten stijlen overeenkomstig de gevelbekleding. De uitbouw is bezwaarlijk door de te dominante vormgeving en materialisering. Door het toepassen van grootschalige puien en zwarte gevelbekleding zijn de uitbouwen niet ondergeschikt aan de hoofdbebouwing en leveren ze geen positieve bijdrage aan de kwaliteit van het binnengebied. Daarnaast dienen details en meer uitgewerkte tekeningen aangeleverd te worden om het plan te beoordelen. Tevens wordt opgemerkt dat de gevelindeling van de bestaande bebouwing op tekening niet overeenkomt met de bijgeleverde foto's. |
Door verschillende oorzaken kan het voorkomen dat bij de kenmerken de status wel/geen monument niet correct wordt weergegeven.
Wilt u zeker weten of een pand een monument is, check dan https://www.amsterdam.nl/kunst-cultuur/monumenten/