Gemeente Amsterdam

Commissie Omgevingskwaliteit De Schoonheid van Amsterdam

Welstandsgegevens voor dit adres


ADMIRAAL DE RUIJTERWEG 406

 
Zaaknummer: 59068
Aanvraagnummer:
Advies aan: West
 
Monumentenaanvraag - - overige
Behandeld: 11-04-2012 door Commissie II B


Aanwezig
Mevrouw Vlasman (stadsdeel West)

Toelichting
Het stadsdeel is bezig om het plein achter de kerk op te knappen en sociaal veiliger te maken. In verband hiermee wil men kijken of aanlichting van de Boomkerk mogelijk is. De eerdere aanvraag is afgewezen.

Advies
Met het aanlichten van gebouwen dient uiterst terughoudend te worden omgegaan. De volgende uitgangspunten worden gehanteerd bij het aanlichten van gebouwen:
- aanlichten op zodanige wijze dat het gebouw zich op gelijke wijze toont als overdag, zonder dat onderdelen uit hun verband worden gehaald, omdat dit als vervreemdend kan worden ervaren. Er dient egaal aangelicht te worden, zodat een gelijkmatig lichtbeeld ontstaat (dus van grote afstand aanlichten). Accentverlichting met grote contrasten is ongewenst;
- kiezen voor een betrekkelijk laag verlichtingsniveau om het object niet te zeer te verbijzonderen;
- geen toepassing van dicht bij de gevel staande grondpotten die de plastiek van de architectuur onnodig 'uitvergroten';
- geen armaturen bevestigen aan het pand;
- geen zogenaamde backlightopstellingen (onnatuurlijk licht van binnen naar buiten) toepassen;
- bij de keuze van verlichtingsarmaturen streven naar integratie met de algemene straatverlichting;
- bij het ontwerp van een verlichtingsplan nadrukkelijk de samenhang met de openbare straatverlichting nastreven;

De commissie adviseert om in overleg met BMA de wijze van aanlichten te bepalen.

Monumentenaanvraag - - overige
Behandeld: 15-12-2010 door Commissie II B

Bezwaar
Monumenten zijn van belang wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde. In een monumentenaanvraag worden naast bouwtechnische en archeologische aspecten van een bouwplan ook de effecten op de monumentale structuur, op de esthetica van een monument en de invloed op het stadsgezicht beoordeeld.
Het voorstel betreft het aanlichten van de St Franciscuskerk, een rijksmonument, aan zowel de buiten- als de binnenzijde.
Met het aanlichten van gebouwen dient uiterst terughoudend te worden omgaan. De volgende uitgangspunten worden aangehouden ten aanzien van het aanlichten van gebouwen:
- als het aanlichten al toe te staan is, dan dient dit op zodanige wijze te geschieden dat het gebouw zich op gelijke wijze toont als overdag, zonder dat onderdelen uit hun verband worden gehaald, daar dit als vervreemdend kan worden ervaren;
- de commissie staat het egaal aanlichten van gebouwen voor, zodat een gelijkmatig lichtbeeld ontstaat (dus van grote afstand aanlichten). Accentverlichting met grote contrasten is ongewenst;
- uitlichten van specifieke details is met mate denkbaar mits uitgevoerd in dezelfde kleurtoon als de 'algemene verlichting';
- kiezen voor een betrekkelijk laag verlichtingsniveau om het object niet te zeer te verbijzonderen;
- geen toepassing van dicht bij de gevel staande grondpotten die de plastiek van de architectuur onnodig 'uitvergroten';
- geen toepassing van lichtbronnen die bevestiging aan het pand noodzakelijk maken; geen armaturen bevestigen aan het pand;
- geen zogenaamde backlightopstellingen (onnatuurlijk licht van binnen naar buiten) toepassen;
- bij de keuze van verlichtingsarmaturen streven naar integratie met de algemene straatverlichting;
- bij het ontwerp van een verlichtingsplan nadrukkelijk de samenhang met de openbare straatverlichting nastreven;
Het plan zorgt in de voorgevel voor een gelijkmatige aanlichting door de vloeiende begrenzing van de verlichting met zachte accenten op onderdelen. De zijgevel wordt niet van buitenaf aangelicht en de aanlichting van de achtergevel lijkt, door de plaatselijke aanlichting ("getrapt") middels op het gebouw gemonteerde spots, te resulteren in een theatraal effect met verlichte en onverlichte vlakken. De aanlichting wijkt hierdoor af van het beeld dat overdag bestaat. Voor de voorgevel wordt gedeeltelijk gebruik gemaakt van grondspots, iets dat niet conform de uitgangspunten is.
De verschillende glas-in-lood-ramen worden van binnenuit aangelicht, wat resulteert in een onnatuurlijk licht van binnen naar buiten. De verlichting van binnenuit van de galmgaten levert een atypisch beeld op van onderdelen die altijd donker zijn. Geconcludeerd wordt dat, met dit verlichtingsplan en het aanbrengen van de noodzakelijk voorzieningen, de monumentwaarden van het gebouw in relatie tot de context worden aangetast.

Adres

Amsterdam Admiraal De Ruijterweg 406

Criteria zoeken

Adviezen zoeken