LET OP
Door verschillende oorzaken kan het voorkomen dat bij de kenmerken de status wel/geen monument niet correct wordt weergegeven.
Wilt u zeker weten of een pand een monument is, check dan https://www.amsterdam.nl/kunst-cultuur/monumenten/
JAN LUIJKENSTRAAT 74 |
|
Zaaknummer: | 55258 |
Aanvraagnummer: | |
Advies aan: | Zuid |
Bouwaanvraag - - veranderen pand | |
Behandeld: 02-06-2010 door Commissie II A | |
Retour stadsdeel (contrair vergund). |
Bouwaanvraag - - veranderen pand | |
Behandeld: 18-11-2009 door Commissie II B | |
In de vergadering is de heer Berkenpas (architect) en de heer Brasser (stadsdeel Oud Zuid) met een verzoek tot heroverweging van het bezwaar. Bij de stukken is diverse jurisprudentie aangeleverd. De commissie geeft nogmaals aan dat zij op de hoogte is van het spanningsveld tussen het bestemmingsplan en de welstandscriteria. Zoals aangegeven in het advies van 26 augustus 2009 voldoet het voorstel, hoewel de architect maximale inspanning heeft geleverd om het ontwerp aan te laten sluiten op de bestaande panden, niet aan de criteria voor deze orde en zone en het feit dat het om een spiegelsymmetrisch ensemble gaat. De commissie geeft aan dat haar taak is het stadsdeel te adviseren aan de hand van het in de welstandsnota vastgestelde beleid, slechts het stadsdeel kan op basis van alle ingewonnen adviezen en wettelijke kaders afwijken. De commissie verwijst het plan dan ook naar het stadsdeel. |
Bouwaanvraag - - veranderen pand | |
Behandeld: 26-08-2009 door Commissie II B | |
Bezwaar In de vergadering is de heer Berkenpas aanwezig om een toelichting te geven op het aangepaste voorstel voor het ophogen van de twee panden. Het voorstel is om een verdieping toe te voegen in plaats van het dakschild door te zetten. Om zowel aan te sluiten op de bestaande karakteristiek van de panden en toch te laten zien dat het hier gaat om een latere toevoeging, toont de architect een variant op de ingediende tekening, waarbij de toevoeging middels een rollaag en een kleine verkenning zichtbaar wordt. De detaillering en het metselwerk zullen echter geheel conform de bestaande situatie worden uitgevoerd. De commissie geeft aan dat dit voorstel om de geschiedenis afleesbaar te houden laat zien dat de architect de moeilijkheid van de opgave zorgvuldig heeft onderzocht. Zij geeft echter aan dat het vastgestelde welstandsbeleid met de waardering van dit spiegelsymmetrische ensemble als orde 2 en de stedenbouwkundige zone A haaks staat op het voorstel om twee van de vijf panden te verhogen. Voor dit ensemble geldt een restauratieve aanpak van de voorgevels en de kap. In het huidige voorstel worden in feite twee nieuwe verdiepingen, een extra bouwlaag en een kap, gemaakt. Bovendien wordt een hoge stedenbouwkundige waardering aan deze straat toegekend, die onder andere voortkomt uit de ritmiek in de gevelwand van de Jan Luijkenstraat met ensembles die zowel in architectuur als in volume van elkaar verschillen. De commissie constateert dan ook dat, hoewel het bestemmingsplan hier meer ruimte biedt, de vastgestelde welstandscriteria voor deze panden de uitbreiding niet toelaten. |
Bouwaanvraag - - veranderen pand | |
Behandeld: 15-07-2009 door Commissie II B | |
Vervallen. Er is geen gewijzigd plan ingediend. |
Bouwaanvraag - - veranderen pand | |
Behandeld: 17-06-2009 door Commissie II A | |
Bezwaar Aan de orde is een aanvulling op het advies van 27 mei 2009. Het stadsdeel heeft in een memo laten weten dat het voorstel past binnen het bestemmingsplan, waarin is bepaald dat de bouwhoogtes zijn vastgesteld volgens de bouwverordening en dat deze in dit geval een maximale bouwhoogte van 25 meter toestaat. De commissie is op de hoogte van het wettelijke voorschrift dat voor zover de toepassing van de welstandscriteria leidt tot strijd met het bestemmingsplan, die criteria buiten beschouwing moeten blijven. De commissie laat in haar beoordeling van bouwplannen de criteria uitsluitend buiten beschouwing, voor zover deze een beperking inhouden van een op grond van het bestemmingsplan aanwezig bouwrecht. Een voorstel dient echter ook aan de overige gebiedsgerichte criteria uit de welstandsnota en redelijke eisen van welstand te voldoen. Het aanwezige bouwrecht mag naar het oordeel van de commissie uitsluitend worden benut voor een gebouw of een ensemble van gebouwen dat een samenhangend stelsel van maatverhoudingen heeft dat beheerst wordt toegepast in ruimtes, volumes en vlakverdelingen. In het voorliggende bouwplan worden de maatverhoudingen van het bestaande gebouw en het bestaande gebouwensemble op een niet aanvaardbare wijze verstoord. Zij herhaalt derhalve haar bezwaar van 27 mei 2009: Als beleidskader geldt hier de Welstandsnota van Stadsdeel Oud Zuid en bijbehorende ordekaart. Deze geeft voor deze panden in de Museumpleinbuurt zone A en orde 2 aan. De panden maken onderdeel uit van een architectonische eenheid. Zone A geeft aan: te beschouwen als de dragende structuur van een potentieel beschermd stadsgezicht. Voor deze zone geldt een restauratieve aanpak van de ruimtelijke structuur en architectuur. Uitgangspunt is handhaving en indien nodig herstel van de kwaliteit van het oorspronkelijke stedenbouwkundig concept en de historische bebouwing. Orde 2 geeft aan: monumentwaardige bouwwerken met een nadrukkelijke architectonische verbijzondering en bouwwerken met een bijzonder cultuurhistorische betekenis. Hiervoor geldt: restauratieve aanpak van de voorgevels en kap; en gevels en kap grenzend aan het openbaar gebied. Handhaven en herstellen van de oorspronkelijke elementen in vorm, maat, materiaal detaillering, verhouding en kleur. In geval van (een) storende verminking(en) reconstructie van de oorspronkelijke bouwmassa. Het plan betreft het uitbreiden van de panden met een extra bouwlaag en het maken van een souterrainramen aan de achterzijde. Voor de Museumpleinbuurt is een bijzonder welstandsregime toegekend. Dit betekent dat het welstandstoezicht gericht is op het voorkomen van aantasting van de ruimtelijke karakteristiek en het versterken van de bestaande kwaliteit. De bestaande panden hebben een heldere, voor de 19de eeuwse ring geëigende beëindiging in de vorm van een éénlaagse kap, die over het algemeen een ondergeschikte verhouding heeft tot de onderliggende woonverdiepingen. De commissie constateert het voorstel niet past in het bovengenoemde restauratieve beleid voor zowel de panden zelf als de ruimtelijke structuur. Voor orde 2 panden geldt als richtlijn dat ondergeschikte elementen als dakuitbouwen en dakopbouwen van 6 m2 al niet zijn toegestaan, aangezien deze niet passen in een restauratieve aanpak van de kap. De uitbreiding van de bestaande kap met een extra verdieping is geenszins ondergeschikt en past derhalve niet in het beleid. De hoogte van de kapverdieping is hierdoor in hoogte niet meer ondergeschikt aan de onderliggende verdieping en krijgt bovendien een vorm die atypisch is voor de architectuur van de 19de eeuwse Ring. Aangezien het pand onderdeel uitmaakt van een eenheid heeft het voorstel niet alleen een negatieve invloed op die van het pand, maar ook op het silhouet van de architectonische eenheid. Voorafgaand aan het huidige voorstel is een voorstel ingediend om een dakopbouw te maken die gelijk is aan die van nummer 70. Ook een dergelijke opbouw past niet in het beleid. Deze opbouw heeft geen enkele relatie met het onderliggende pand. Opgemerkt wordt bovendien dat de dakopbouw van nummer 70 niet met een positief welstandsadvies tot stand is gekomen. Wat betreft het souterrain wordt opgemerkt dat het toevoegen van ramen mogelijk is. Het stapelen van puien van het souterrain en de begane grond is echter oneigenlijk en leidt tot een ongewenste schaalvergroting. De ramen voor het souterrain zullen als 'gaten in de gevel' moeten worden aangebracht. De commissie concludeert dan ook dat het plan niet past in de karakteristiek van de 19de eeuwse architectuur en daarmee niet voldoet aan redelijke eisen van welstand. |
Bouwaanvraag - - veranderen pand | |
Behandeld: 27-05-2009 door Commissie II A | |
Bezwaar Als beleidskader geldt hier de Welstandsnota van Stadsdeel Oud Zuid en bijbehorende ordekaart. Deze geeft voor deze panden in de Museumpleinbuurt zone A en orde 2 aan. De panden maken onderdeel uit van een architectonische eenheid. Zone A geeft aan: te beschouwen als de dragende structuur van een potentieel beschermd stadsgezicht. Voor deze zone geldt een restauratieve aanpak van de ruimtelijke structuur en architectuur. Uitgangspunt is handhaving en indien nodig herstel van de kwaliteit van het oorspronkelijke stedenbouwkundig concept en de historische bebouwing. Orde 2 geeft aan: monumentwaardige bouwwerken met een nadrukkelijke architectonische verbijzondering en bouwwerken met een bijzonder cultuurhistorische betekenis. Hiervoor geldt: restauratieve aanpak van de voorgevels en kap; en gevels en kap grenzend aan het openbaar gebied. Handhaven en herstellen van de oorspronkelijke elementen in vorm, maat, materiaal detaillering, verhouding en kleur. In geval van (een) storende verminking(en) reconstructie van de oorspronkelijke bouwmassa. Het plan betreft het uitbreiden van de panden met een extra bouwlaag en het maken van een souterrainramen aan de achterzijde. Voor de Museumpleinbuurt is een bijzonder welstandsregime toegekend. Dit betekent dat het welstandstoezicht gericht is op het voorkomen van aantasting van de ruimtelijke karakteristiek en het versterken van de bestaande kwaliteit. De bestaande panden hebben een heldere voor de 19de eeuwse ring geëigende beëindiging in de vorm van een éénlaagse kap, die over het algemeen een ondergeschikte verhouding heeft tot de onderliggende woonverdiepingen. De commissie constateert het voorstel niet past in het bovengenoemde restauratieve beleid voor zowel de panden zelf als de ruimtelijke structuur. Voor orde 2 panden geldt als richtlijn dat ondergeschikte elementen als dakuitbouwen en dakopbouwen van 6 m2 al niet zijn toegestaan, aangezien deze niet passen in een restauratieve aanpak van de kap. De uitbreiding van de bestaande kap met een extra verdieping is geenszins ondergeschikt en past derhalve niet in het beleid. De hoogte van de kapverdieping is hierdoor in hoogte niet meer ondergeschikt aan de onderliggende verdieping en krijgt bovendien een vorm die atypisch is voor de architectuur van de 19de eeuwse Ring. Aangezien het pand onderdeel uitmaakt van een eenheid heeft het voorstel niet alleen een negatieve invloed op die van het pand, maar ook op het silhouet van de architectonische eenheid. Voorafgaand aan het huidige voorstel is een voorstel ingediend om een dakopbouw te maken die gelijk is aan die van nummer 70. Ook een dergelijke opbouw past niet in het beleid. Deze opbouw heeft geen enkele relatie met het onderliggende pand. Opgemerkt wordt bovendien dat de dakopbouw van nummer 70 niet met een positief welstandsadvies tot stand is gekomen. Wat betreft het souterrain wordt opgemerkt dat het toevoegen van ramen mogelijk is. Het stapelen van puien van het souterrain en de begane grond is echter oneigenlijk en leidt tot een ongewenste schaalvergroting. De ramen voor het souterrain zullen als 'gaten in de gevel' moeten worden aangebracht. |
Door verschillende oorzaken kan het voorkomen dat bij de kenmerken de status wel/geen monument niet correct wordt weergegeven.
Wilt u zeker weten of een pand een monument is, check dan https://www.amsterdam.nl/kunst-cultuur/monumenten/